In het begin voelde ik me soms een beetje beschaamd. En ik moest wennen aan het terugkerend tafereeltje:
- licht hoofd schudden
- partner aanstoten
- pas vertragen
- snel doorlopen als onze blikken elkaar kruisen.
De mensen van de voedselbank naast me valt het niet eens meer op. Maar ja, die komen al jaren zogenaamd groenteafval halen bij het scheiden van de markt.
Ik doe het pas een jaar of twee, om de paar zaterdagen. En elke keer weer levert het een volle kliko topgroente en fruit op voor de wormen.
Die hebben een paar weken nodig om zich daar doorheen te eten, en na een half jaar kan er weer 250 liter wormen met wormenmest naar het bos. Dat is me het ongemakkelijke gevoel wel waard.