“Ja, dat spul moet je d’r zo snel mogelijk uit trekken.”
Het is de geliefde openingszin van passanten die een praatje willen maken.
En met dat spul bedoelen ze dan de Amerikaanse Vogelkers. Als ie al een naam krijgt, dan is het zijn scheldnaam: Bospest. Een exoot, en daarom bij voorbaat al verdacht.
Zelf werkt de plant ook niet echt mee aan zijn populariteit:
-
- hij stinkt als je een takje afbreekt
- de pitten en het loof zijn giftig
- als ie eenmaal voet aan de grond heeft, krijg je ‘m bijna niet meer weg.
En toch. Inmiddels heb ik geleerd om er anders naar te kijken. Op de Veluwe is het één van de weinige loofbomen die het ook in de hete dorre zomers van de afgelopen jaren goed blijft doen. En ja, ik weet het, als je niet uitkijkt, dan verdringt ie zomaar de lijsterbes en nog wat inheemse soorten. Het probleem is alleen dat de inheemse het steeds lastiger vinden om het veranderende klimaat te overleven.
Vorig jaar heb ik welgeteld 3 trosjes lijsterbessen kunnen ontdekken in het hele bofbos. Daar krijg je nog niet één lijster mee gevoed. En de krentenboompjes droegen al helemaal geen vrucht.
Voorlopig laat ik de vogelkers daarom staan. Want die draagt zeker vrucht. En dat is goed voor de vogels.
meer info: https://www.floravannederland.nl/planten/amerikaanse_vogelkers